Regenwater hoort niet thuis in de riolering maar moet zoveel mogelijk terugvloeien naar de natuur. Grachten en waterlopen zijn buffers en zorgen voor vlotte afwatering bij regenval. Zij zorgen ervoor dat het water ook deels in de grond kan dringen. Om wateroverlast te vermijden, dienen deze regelmatig onderhouden te worden en is het ook belangrijk om grachten zo weinig mogelijk in te buizen.
Maar wie moet welke grachten onderhouden?
Scheidingsgrachten
Scheidingsgrachten zijn grachten tussen 2 private percelen, waarvan het midden van de gracht de grens is. Beide oevereigenaars moeten de gracht onderhouden volgens het Burgerlijk Wetboek en het Veldwetboek.
De oevereigenaars moeten er voor zorgen dat de gracht en eventuele buizen in de gracht niet verstopt raken door takken, wortels, afval ...
Een gracht met veel slib kan moeilijker water afvoeren. Maak de gracht dus regelmatig slibvrij met een schop, spade of hark. Gebruik geen machines (indien geen ervaring) of chemische bestrijdingsmiddelen: die beschadigen oevers, planten en dieren.
Slib ruimen doe je in beurtrol: elk najaar neem je een ander deel van de gracht onder handen.
Straatgrachten
Straatgrachten (of baangrachten) liggen langs de kant van een openbare weg. Het midden van de gracht is meestal de grens tussen openbaar en privé domein. Heel soms is de hele gracht openbaar domein.
Het onderhoud gebeurt door de gemeente (gemeentewegen) of door het Vlaams Gewest (gewestwegen).
Waterlopen
Daarnaast zijn er waterlopen, waarvan de bedding eigendom is van de overheid. De overheid onderhoudt die waterlopen.
Oeverzones zijn belangrijk om onderhoud of werken aan waterlopen te kunnen uitvoeren. Respecteer daarom de afstandsregels: (zie onderstaande brochure Wonen langs onbevaarbare waterlopen)
Plaats jouw afsluitingen als volgt:
- Op 0,75 tot 1 meter van de oevertop
- Maximale hoogte 1,5 meter
- Wegneembaar of verplaatsbaar
- Waterdoorlaatbaar, dus niet als wand of keermuur
- Dwarsafsluitingen voorzie je van een poort van minimaal 4 meter breed
Loofbomen plant je op 1 meter van de oevertop. Laat tenminste 12 meter tussen twee bomen om het onderhoud niet te hinderen.
Meer info:
https://www.vlaamsbrabant.be/nl/natuur-en-milieu/waterlopen
https://geo.vlaamsbrabant.be/waterlopen/
Overwelven of inbuizen van grachten?
Je mag een baangracht pas (laten) inbuizen of overwelven wanneer je daarvoor een omgevingsvergunning hebt bekomen. Grachten hebben immers een belangrijke functie voor de afvoer en infiltratie van het regenwater.
Baangrachten (die parallel lopen met een weg) hebben als belangrijkste functie het regenwater van de weg opvangen en afvoeren. Een goed grachtensysteem helpt overstromingen voorkomen. Het zorgt ervoor dat water kan infiltreren in de bodem of vertraagd stroomafwaarts loopt.
Daarnaast vervullen ze een belangrijke ecologische functie, o.a. bij de nazuivering van afvalwater. Door het open karakter en de omringende vegetatie vormen ze ook een belangrijk landschapselement in landelijke kernen.
Overwelvingen of een netwerk van buizen verkleinen de bergingscapaciteit van de waterloop. Het water kan niet meer in de bodem dringen en wordt sneller afgevoerd, waardoor stroomafwaarts wateroverlast kan ontstaan. Anderzijds kunnen bladeren, takken en afval de overwelving verstoppen en is er minder controle mogelijk op aansluitingen en lozingen. Ook zal de fauna en flora verdwijnen.
Inbuizen en overwelven: alleen als het niet anders kan!
De gemeente wil die belangrijke functies van baangrachten optimaal beschermen door ze open te houden. Het overwelven of inbuizen van baangrachten is in principe verboden. Van dit verbod kan slechts worden afgeweken om strikt technische redenen. (bv om toegang tot een perceel mogelijk te maken).
Het is verboden afvalwater- of hemelwaterleidingen aan te sluiten ter hoogte van de overwelving, om controle toe te laten.
Voor het uitvoeren van een grachtoverwelving neem je contact op met de dienst infrastructuur van de gemeente Keerbergen.